De geschiedenis Spijkerboor is niet helemaal duidelijk. Veel informatie over de Geschiedenis Spijkerboor is indirect. Toch is er een redelijke duidelijk beeld te scheppen van dit gehucht op een plek tussen de hollandsche polders die meer dan 400 jaar oud moet zijn.
Spijkerboor is een buurtschap (onofficiële term) bij de kruising van het Noord-Hollands Kanaal, de Knollendammervaart en de Beemsterringvaart. De buurtschap ligt op de kruising van vier polders: Kamerhop, Beemster, Starnmeer en Wormer, Jisp en Nek. Spijkerboor ligt globaal ook tussen Waterland, de Beemster, Schermer, de Eilandspolder en de Zaanstreek. De ligging maakt het fietsknooppunt Spijkerboor een belangrijk punt.
De naam verwijst naar de scheepsbouw: een spijkerboor werd gebruikt om pen-en-gat verbindingen in hout te maken.

Geschiedenis Spijkerboor
Geschiedenis Spijkerboor: het buurtschap
Over de vroege geschiedenis van de buurtschap zijn weinig gegevens bekend. Zeker is dat er reeds voor de droogmaking van de Beemster (1612) en de Starnmeer en Kamerhop (1643) enige bewoning was (bijvoorbeeld langs de Kamerhop). De eerste bewoners van de gemeenschap (mogelijk in de 16e eeuw) zullen vissers zijn geweest, in de Beemster en Starnmeer.
Na de inpoldering van deze meren werd het boerenbedrijf de belangrijkste bestaansbron. In een 18e-eeuwse vermelding wordt geschreven over ‘keuterboeren’ te Spijkerboor. Overigens is het waarschijnlijk dat hier mensen hebben gewoond aangezien Spijkerboor op de kruising ligt van een aantal polders. Je kunt dus gerust aannemen dat er sinds de droogleggen van bijvoorbeeld de Beemster (1612) minstens enige activiteit in dit gebied is geweest.
Belangrijke aanwijzing voor bewoning is het volgende feit dat we kunnen lezen op de website Starnmeer.nl:
Op de plaats waar nu het Heerenhuis van Spijkerboor staat, is kort na de verkaveling van de polder, in 1643, het eerste polderhuis gebouwd. Jaar en datum daarvan zijn niet meer bekend maar al in 1649 besloten de toenmalige dijkgraaf Frans Schouten en de heemraden Ijsbrand Jansz de Lange, Jan Janszen Beets en Jacob Meijnertsz Jonck, allen uit De Rijp, dat het polderhuis of “gemenelantshuys” verkocht moest worden.
In een artikel op de website van het Westfries genootschap over Spijkerboor trof ik deze alinea aan:
“In 1787 bouwden hier de Heren van de Starnmeer een polderhuisje met woonstee voor de veerman, stalling voor paarden van de jaaglijn, tapkast en bedsteden voor dorstige en vermoeide pleisteraars. Rondom dit centrum van wijs beraad en lafenis verrezen zes à zeven houten huizen en honderd vijftig jaar later een fort van grauw beton, waaraan de kastelein in zekere dagen nog wel een stuivertje heeft verdiend!”
Een impuls was het gereedkomen van het Noord-Hollands Kanaal rond 1825. Allereerst toen tijdens de aanleg van dit kanaal (1818) een aantal zogenoemde ‘polderjongens’ in keten in het gehucht werd gehuisvest, en vervolgens toen de buurtschap een aanleg- en zelfs een stapelplaats werd voor trekschuit-, en beurtvaarders. Met name op dinsdagen (Purmerender veemarkt) was het er druk.
Geschiedenis Spijkerboor in het Waterlands Archief
Spijkerboor is een buurtschap dat van oudsher tot de gemeente Jisp heeft behoord. Het is onbekend wanneer het dorp ontstaan is, maar zeker is dat er al voor de drooglegging van de Beemster (1612) enige bewoning was. Toen waren het waarschijnlijk vissers, die de oever van het Beemstermeer bewoonden. Na de droogmaking van de Beemster ging men over op het boerenbedrijf. Na de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal (1824) werd Spijkerboor een stapelplaats van trekschuit- en beurtschippers, door de gunstige liging op de kruising van Noord-Hollands Kanaal, Knollendammervaart en Beemster ringvaart.
Rond 1850 woonden circa 50 mensen in de buurtschap, in 1990 waren dat er 90. Het merendeel van de beroepsbevolking werkt in het boerenbedrijf; in 1989 stonden er 20 boerderijen. In Spijkerboor zijn acht verenigingen aanwezig, die samenwerken in de Spijkerboorder Gemeenschap. Deze organiseert onder meer jaarlijks twee ‘dorpsdagen’. De Spijkerboorder Gemeenschap beijverde zich met succes voor het behoud van het in 1787 gebouwde Heerenhuis. In 1985 besloot het bestuur van de polder Starnmeer en Kamerhop de voormalige vergaderplaats van de poldermeesters over te dragen aan de gemeente Jisp.
In de archieven van Alkmaar vind ik deze passage:
“Stukken betreffende de te heffen passagegelden op het nieuwe pontveer bij Spijkerboor dat in de plaats moest komen voor de vlotbrug aldaar. 1827-1828”
Ook moet er ergens in dit archief iets zijn terug te vinden over klachten van de bewoners over Jan Hop, de toenmalige pachter van het veer. Dit heb ik echter nog niet terug kunnen vinden.
Geschiedenis Spijkerboor: Het Heerenhuis
Wie meer wil weten over het leven in Spijkerboor moet vooral het verhaal over het Heerenhuis lezen op de website Starnmeer.nl Dit verhaal verteld veel over het leven in Spijkerboor als gemeenschap. Ook komt Jan Hop daarin voor, de naamgever van het illustere pontje.
Van de Website:
… In 1879 werd zijn plaats ingenomen door Gerbrand Hop. Hij pachtte veer en polderhuis voor 3 jaren, tegen fl. 300,- per jaar. Hij overleed in 1894, waarna Jan Stil de pacht overnam en met de weduwe Hop trouwde. Hij overleed in 1911, waarna de weduwe Stil het polderbestuur verzocht de pacht te mogen overdoen aan haar zoon Jan Hop. Aldus werd besloten, tegen een pachtsom van fl. 350,- per jaar. Jan Hop werd een welhaast legendarische figuur. Aan hem herinnert de naam van het huidige fiets- en voetgangerspontje. Vermaard was zijn manier van “kippen voeren”, zoals hij het noemde: een handje kippenvoer of ongepelde rijst diepte hij op uit zijn jaszak en terwijl hij rustig, met korte duwtjes van zijn rug tegen het trekblok zijn pont naar de overkant stuwde, liet hij meevarende mussen uit zijn hand eten.
Jan Hop beëindigde zijn functie van veerman en kastelein in april 1946 …
Aangezien het Heerenhuis in 1649 word verkocht en de functie krijgt van veerhuis kunnen we er van uitgaan dat het pontje Jan Hop bijzonder oud is.
Citaat: Jan Pietersz Bel en zijn zuster Marijtje Pieters kochten het voor fl 3.100,-. Het polderhuis werd veerhuis. Het veer was de verbinding van Spijkerboor met het Verloren Eind (de buitendijkse hoek van de Beemster). Hieruit mag je afleiden dat het pontje alhier al bijna 380 jaar in functie is. Aangezien de Beemster in 1612 gereed komt zou het me niets verbazen als er rond die tijd al een pontje was. In dat geval is deze veerdienst al 400 jaar oud.

Fort Spijkerboor
Een nieuwe stimulans voor de gemeenschap was de bouw van Fort Spijkerboor aan het einde van de 19e eeuw. Ook de mobilisatie voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog en voor de Tweede Wereldoorlog betekende een verhoging van activiteiten in Spijkerboor.
Geschiedenis Spijkerboor – Officiële doel van het Fort
Afsluiting en verdediging van de accessen gevormd door de Wester Beemster ringvaart met de daarlangs lopende wegen en kaden. Met zijne koepelvuurmonden moet het den vijandelijke insluitingslinie kantonnementen etc, onder vuur nemen en de insluitingstroepen op verre afstand houden.
Fort bij Spijkerboor is het meest noordelijke van de 42 stellingforten rondom Amsterdam, die het inundatiegebied moesten beheersen. Het is tevens het grootste fort; bij opening in 1913 bood het onderdak aan ruim 300 militairen.
Het fort is vooral uniek door de nog aanwezige grote pantserkoepel met daarin twee 10,5 cm snelvuurkanonnen, destijds de krachtigste in Nederland. Nagenoeg alle andere forten van de Stelling zijn in de tweede wereldoorlog geheel ontdaan van hun bewapening maar fort bij Spijkerboor heeft door bijzondere omstandigheden dit imposante wapen kunnen behouden. De bouw begint in 1887 en in 1913 is het helemaal klaar.
Spijkerboor is vooral een gevangenis geweest. De stelling van Amsterdam en de waterlinies in hun algemeenheid zijn immers nooit gebruikt. Ze waren al veroudert tegen de tijd dat de hele boel af was. Maar Fort Spijkerboor heeft toch wel degelijk een oorlogsverleden. Zo is het in 1914 gemobiliseerd en gevechtsklaar gemaakt tijdens het begin van de eerste wereldoorlog.
Surfend op zoek naar informatie over Spijkerboor kwam ik op de site van de Koninklijke Bibliotheek dit dagboek tegen van een voormalige commandant van het fort Spijkerboor.
Dagboek van commandant interneringskamp Spijkerboor
Ongeveer 130.000 landverraders worden na de bevrijding aangehouden en ondergebracht in interneringskampen. Barakkenkampen, kazernes, oude forten, fabrieken en scholen doen dienst als kamp.
Vanwege het grote aantal mensen in deze kampen, laten de hygiënische omstandigheden al snel te wensen over. De kampcommandant van kamp Spijkerboor vraagt regelmatig om meer medische voorzieningen en warme kleding, zo is te lezen in zijn dagboek.
Geef een reactie