Fietsroute Overijssel gaat vooral over het fietsgebied rond Ommen, de Vecht en de Lemeler- en Archemer berg. Dit is een prachtig gebied om te wandelen en te fietsen en ik ben er meerdere keren geweest.
Fietsroute Overijssel geeft informatie over de fiets- en wandelnetwerken die er in de laatste jaren in optima forma zijn ontwikkeld. Er zijn mooie fietspaden langs de Vecht en tussen de weilanden door. Het word afgewisseld door bossen en landgoederen.
Fietsroute Overijssel
Ik heb gekampeerd bij de Lemeler Esch (natuurkamping met alle faciliteiten) en “boerderijkamping” de Eskamp. Ik zet de laatste tussen haakjes omdat het nauwelijks nog een actief boerenbedrijf is.
Beide campings zijn van prima kwaliteit en hebben alle voorzieningen die je kunt wensen. Ommen is een heerlijk dorp met alle winkels die je nodig hebt, uitstekende horeca en de buurtsupers zijn de hele zomer ook in de avond open.
Kortom, een gebied waar de actieve landelijke vakantievierder die van het eigen land houdt geweest moet zijn.
- Mountainbikeroute Lemelerberg
- Fietsroute Ommen, Lemele en Heino 46km
- Fietsroute Ommen, lemele, Beerze 30km
Omgeving en gebieden

Belangrijke Links
Geschiedenis Overijssel
In 1528 werd de naam Overijssel voor het eerst gebruikt voor het gebied van de huidige provincie Overijssel. Voor die tijd sprak men van Oversticht, dat echter al in 1233 in het Latijn met Transysla/Transisalania (letterlijk: Over-IJssel) werd aangeduid. Dit gebied werd bestuurd door de bisschop van Utrecht.
Het Oversticht bestond uit het land van Vollenhove, Salland, Twente en Drenthe. Verscheidene plaatsen verwierven in de middeleeuwen stadsrechten: Almelo, Delden, Deventer, Diepenheim, Enschede, Genemuiden, Goor, Gramsbergen, Hardenberg, Hasselt, Kampen, Oldenzaal, Ommen, Ootmarsum, Rijssen, Steenwijk, Vollenhove, Wilsum en Zwolle.
De bisschop van Utrecht stond in 1528 het Sticht (Utrecht) en het Oversticht af aan keizer Karel V. De keizer werd, naast keizer, ook heer van Overijssel. Zo kwam de naam heerlijkheid Overijssel in gebruik.
De staten van Overijssel werden gevormd door de Hanzesteden Deventer, Kampen en Zwolle en de ridderschappen van Salland, Twente en Vollenhove.
Het gewest, dat sinds de opstand tegen Philips II deel uitmaakte van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, werd bestuurd door de burgemeesters van de grote steden en de leden van de ridderschappen. De stadhouders kregen meer macht na de korte bezetting (1672-1674) door de bisschop van Münster.
Bij de oprichting van de Bataafse Republiek in 1795 werd Overijssel samen met delen van Gelderland, Drenthe en Friesland het Departement van de Oude IJssel. De oude provinciegrenzen werden in 1801 na de oprichting van het Bataafs Gemenebest hersteld.