Ernst Leyden (1892 – 1969)
In 1892 werd Oscar Moritz Ernst Leyden geboren te Rotterdam. Op vierentwintigjarige leeftijd exposeerde hij in het Stedelijk Museum en maakte hij deel uit van de Dr. Schoenmakers groep in Laren. Hier maakte hij kennis met Mondriaan,
Van Doesburg, Rietveld en Van der Leck. Hij reisde naar exotische plekken en verkocht bij terugkomst de werken die hij op zijn reizen had gemaakt. Tijdens zijn reizen ontmoette hij Salvador Dali, Marc Chagall, Bertold Brecht en Charles Chaplin. Vaak zorgden deze ontmoetingen voor opdrachten voor portretten of muurschilderingen.
Ook verkocht hij vrij werk aan deze beroemdheden. Hij woonde in onder andere Frankrijk en Amerika. In Amerika portretteerde hij onder meer Gloria Vanderbilt. In 1937 exposeerde hij samen met zijn vriend Jan Sluijters in het Stedelijk Museum te Amsterdam. (Artikel van Dolf D. van Omme van de gelijknamige galerie)
Rusteloze Zoektocht
Trouw, 2008
Bewerking
Het zijn niet de minste musea die schilderijen van Ernst van Leyden (1892-1969) in de collectie hebben. Om maar een greep te doen: het Stedelijk Museum in Amsterdam, Boijmans van Beuningen in Rotterdam, het Haags Gemeentemuseum, maar ook Musée d’Art Moderne in Parijs, de Tate Gallery in Londen en het Guggenheim Museum in New York.
En nog veel meer musea bezitten werk van deze kunstenaar die bij leven zeer succesvol was. Van Leyden reisde de halve wereld af en liet een spoor van kunstwerken achter. Maar na zijn dood raakte hij in de vergetelheid en nu is hij niet meer dan een voetnoot in de kunstgeschiedenis. Is dat terecht? Of wordt het tijd voor een herwaardering?
Levensverhaal
Niet alleen het werk van Ernst van Leyden is interessant, zijn levensverhaal is ook boeiend genoeg voor een roman of film. Hij werd in 1892 in een rijke Rotterdamse familie geboren als Oscar Moritz Ernst Leyden. Het tussenvoegsel werd later toegevoegd in Amerika.
Hij doorliep de kunstacademies van Rotterdam, Brussel, Berlijn en Londen en schilderde rond 1915 zijn eerste impressionistische stadsgezichten, waarin invloeden van zijn kunstvriend Raoul Hynckes zichtbaar zijn.
Van Leyden was een echte netwerker: hij onderhield intensieve contacten met Bart van der Leck, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld. In die tijd, rond 1920, werkte hij vooral in zijn atelier op Urk, dat toen nog een echt eiland was.
Daar schilderde hij de vissersvloot en andere oer-Hollandse taferelen in een kubistische stijl, die lijkt op de stijl van zijn vriend Jan Sluijters. In 1923 kreeg hij de Koninklijke Subsidie en verhuisde hij naar Parijs, waar hij Piet Mondriaan weer ontmoette.
Omdat hij Nederland te benauwend vond, besloot hij voorgoed de wereld in te trekken. Tijdens zijn zwerftochten door Europa ontmoette hij Karin Kluth, een Duitse kunstenares, met wie hij in 1932 trouwde. Samen trokken ze door Europa tot het politieke klimaat hen er in 1939 toe bracht naar Amerika te gaan.
Ver van de oorlog in Europa leidden ze er een mondain leven met veel opdrachten om welgestelden en de culturele elite te portretteren. Onder hen bevonden zich ook Europese bannelingen als de schrijvers Thomas en Heinrich Mann en Bertolt Brecht. Ook Salvador Dalí, Igor Stravinsky, Jean Renoir, Aldous Huxley, Man Ray, Henry Miller en Charlie Chaplin behoorden tot hun kennissenkring. Op artistiek gebied was het min of meer dood in de pot: Van Leyden conformeerde zich aan de behoudende smaak van de opdrachtgevers.
Ook na de oorlog bleef Van Leyden figuratief schilderen, tot hij in 1957 naar Parijs verhuisde waar hij een nieuwe fase inging die in het teken staat van grote atmosferische en poëtische abstracte werken.
Onmiskenbaar zijn daarin de invloeden zichtbaar van Picasso en Chagall. Eén van zijn mooiste werken uit die periode is “Time and Space” de geabstraheerde versie van het schilderij van de vissersvloot van Urk, dat hij in 1923 maakte
In 1960 keerden ze terug naar New York waar Van Leyden grote collages ging maken met “Stormy Weather” als één van de hoogtepunten.
Na een lange wereldreis gingen ze toch weer in Frankrijk wonen.
Daar ontstond een serie schilderijen gebaseerd op het zenboeddhisme. In 1965 en 1966 maakte hij een laatste lange reis naar het Midden- en Verre Oosten, waarvan hij de impressies verwerkte in het politiek getinte collage-achtige schilderij “World Trip/ Real Eye-Opener”.
In dit werk, waar je niet op uitgekeken raakt, zit onder meer een krantenknipsel verwerkt met een afbeelding van Hitler.
Het was alsof Van Leyden ook zelf voorvoelde dat zijn wereldse reis bijna voltooid was, afgaand op een ander werk, “Near Full Time”waarin hij met plaatsnamen, jaaraanduidingen en verbindingslijnen zijn artistieke tour door de wereld weergeeft: van het impressionisme in Amsterdam en expressionisme in Urk naar zijn politiek getinte collages.
Maar waarom is Van Leyden min of meer in de vergetelheid is geraakt. Zijn tragiek is dat hij misschien wel te veel heeft gereisd.
Zijn rusteloze zoektocht naar de ware schoonheid leverde hem een schat aan inspiratie op, een imposant netwerk en een gevarieerd oeuvre, dat echter ook te verbrokkeld is, letterlijk en figuurlijk, om te beklijven. Pas in de laatste twaalf jaar van zijn leven, als hij omschakelt naar het abstracte, maakt hij zijn beste werken.
Die zoektocht naar schoonheid ervaar je het sterkst als je kijkt naar zijn zelfportretten: ze tonen een knappe man die zelf ook heel goed weet dat hij aantrekkelijk is en zijn best doet dat zo te houden, ook op latere leeftijd. Die obsessie met zijn persoonlijke schoonheid zou hem uiteindelijk ook fataal worden. Ernst van Leyden overleed nadat hij zich op zoek naar de eeuwige jeugd in Zwitserland had laten inspuiten met hormonen.
Geef een reactie