De bio industrie en andere beestenboel is deel 2 van de serie van artikelen tegen de huichelachtigheid van de Partij voor de dieren. Het gaat hier om zogenaamde dierenliefhebbers en de blinde vlek die ze hebben voor de gevolgen van hun eigen liefhebberij. Daarnaast vormt deze groep de basis voor het electoraat van de Partij voor de dieren.
Mijn probleem met die partij voor de dieren is dat ze wel sportvissers, nertsenfokkers en nu als laatste groep, de paardenliefhebbers het leven zuur maken, maar dat ze uit angst om stemmen te verliezen de dierenleed veroorzakende huisdierenwereld met rust laten. En dan heb ik het niet alleen over de dierenliefhebbers zelf maar ook over de miljardenindustrie er omheen.
Het aantal huisdieren in Nederland is enorm. Alles bij elkaar opgeteld, van goudvis tot hobbygeit, hebben we het over zo’n 30 miljoen huisdieren. Het effect van deze huisdieren op het milieu en op andere manieren is meetbaar en de uitkomsten zijn verbazingwekkend.
Zo heeft onderzoek uitgewezen dat er niet genoeg vleesafval van de bio industrie is om al die Fikkies en Minoesjes van voedsel te kunnen voorzien. Dus gaat er voor consumptie geschikt vlees in huisdierenvoedsel en dat komt, net als het slachtafval, van de massale vleesverwerkende (lees bio) industrie. Daarnaast eten veel huisdieren granen en zaden. Hiermee zijn ze een concurrent van de mens in de voedselketen en nemen voedsel tot zich dat elders in de wereld door mensen gegeten zou kunnen worden die nu niks te eten hebben.

Wie denkt dat dit overdreven is moet maar eens op internet de cijfers op gaan opzoeken. Even een voorbeeldje: Al met al is voor alle honden en katten wereldwijd meer voedselenergie nodig dan voor 80 miljoen mensen. En dan hebben we het niet over de rest van de huishoudelijke fauna zoals vissen, vogels, reptielen, cavia’s en konijnen en ga nog maar even door.
Dat betekent ook dat huisdieren een meetbare CO2 poot-, vin- of vleugelafdruk hebben. Bovendien leveren ze een substantiële bijdrage aan de bio-industrie.
En voor dat feit sluiten de zogenaamde dierenliefhebbers maar al te graag hun ogen. Maar al die blikjes, bakjes en zakjes met voer voor de diverse viervoeters is afkomstig van de intensieve veeteelt of visindustrie die de zeeën leegvist. Een leuke bijverdienste die de kiloknallers aardig in de kaart speelt.
Net als de schade die huisdieren aan het milieu en de natuur toebrengen willen de dierenliefhebbers ook van dit indirecte dierenleed liever niets horen. En dus blijven de borden voor de koppen van de honden- en kattenliefhebbers en gaat het misbruik door.
En de Partij voor de Dieren zal nooit een echte partij voor de dieren worden zolang ze alleen maar sporadische succesjes op microniveau blijven behalen maar de echte, massale dierenleed veroorzakende huisdierenhobbyisten niet snel gaan aanpakken.
En zolang dat punt niet op het verkiezingsprogramma van de katten- en hondenknuffelaars staat zijn ze volstrekt ongeloofwaardig en zijn het wat mij betreft oplichters die met mooie praatjes een plekkie in de tweede kamer bezet houden.
Geef een reactie